Weerstand tegen Open Data overwinnen: “Afnemers willen de data alleen in een bepaald format”

Op 15 september organiseerde ik in samenwerking met Howaboutyou en de gemeente Den Haag een (Open) Data Hunt. Die dag zijn we met zo’n tien medewerkers van de gemeente op zoek gegaan naar datasets die we als Open Data beschikbaar kunnen stellen aan het publiek.

Eerder plaatste ik al een blog over deze Data Hunt. In die blog ga ik in op het aanpassen van de data door hergebruikers. In deze post ga ik in op een ander aspect dat tijdens de Data Hunt aan bod kwam. Namelijk het format waarin hergebruikers (app-bouwers) de data af willen nemen.

Als ik niet weet of zij het kunnen gebruiken, waarom zou ik het ze dan geven?

Tijdens de Data Hunt maakte een van de deelnemers het volgende punt: “De afnemers zullen de data alleen gebruiken als wij deze beschikbaar stellen in het format dat zíj willen hebben. Als we dat niet doen, dan gaan ze het niet gebruiken. Waarom zou ik de data beschikbaar stellen in een format waarvan ik niet weet of zij het kunnen gebruiken?” Klik door om meer te lezen.

Hij maakt hier een goed punt. Vanuit het Open Data-gedachtengoed kun je stellen dat je de data hoe dan ook beschikbaar moet stellen. Zelfs als het .pdf-documenten betreft je niet geautomatiseerd kunt verwerken. Het format speelt namelijk geen enkele rol bij het nemen van een besluit om data als Open Data beschikbaar te stellen. Dan kunnen het zelfs gescande documenten zijn.

Maar toch werd dit punt opgeworpen als een barrière bij het beschikbaar stellen van data als Open Data. Hieronder behandel ik drie manieren waarop gemeenten hier mee om kunnen gaan.

1. Neem het op als een eis bij pakketselectie

De eerste manier is dat je het format meeneemt wanneer je software gaat vervangen. Dit is een natuurlijk moment. Je neemt het dan mee als een eis bij de pakketselectie. Het voordeel is dat je aansluit aan bij het bestaande ritme van het vervangen van bedrijfssoftware. Dit voorkomt dat je tussentijds een extra inspanning vraagt van de ICT-leverancier en -ondersteuning om tegemoet te komen aan de wensen van de hergebruiker.

Dit kan betekenen dat hergebruikers nog een paar jaartjes moeten wachten voordat zij de data in het voor hun gewenste format geleverd krijgen. Dat is dan helaas zo. Het is tenslotte niet meer dan redelijk om in deze financieel krappe tijden een extra investering van de gemeente te vragen. Zeker voor iets waarvan in de praktijk nog moet blijken wat het voor gemeenten aan (financiële) voordelen oplevert.

Globaal kun je de volgende stappen zetten. Op het moment dat je voor een bedrijfsproces een nieuwe systeem aanschaft bepaal je welke data dit nieuwe systeem gaat genereren. Vervolgens bepaal je welke van die data je als Open Data beschikbaar gaat stellen. De laatste stap is dat je bepaalt in welk format het systeem de data beschikbaar moet stellen. Denk aan .csv, .kml, .xml, JSON, RSS en RDF als je deze keuze gaat maken.

2. Laat hergebruiker een plugin bouwen

De tweede manier waarop een gemeente data beschikbaar kan stellen in het format dat hergebruikers wensen, is door de hergebruiker zélf een plugin te laten maken. Deze plugin bouwt de afnemer ‘tegen’ het bestaande systeem. De plugin leest de data uit het systeem, en vertaalt deze naar, bijvoorbeeld, .csv-bestanden.

Uiteraard ligt het voor de hand dat de plugin aan een aantal voorwaarden voldoet. Zo mag hij alleen toegang hebben tot de data die de gemeente als Open Data beschikbaar wil stellen. Ook ligt het voor de hand dat de data die de plugin vertaalt toegankelijk is voor álle hergebruikers. Niet alleen voor de hergebruiker die de plugin heeft gebouwd. Als dit niet zo is blijft de data opgesloten. Het ligt ook voor de hand dat hij de broncode beschikbaar stelt aan de Open Data-community. Dit past goed binnen het open karaker van hergebruik van overheidsdata. Bovendien zijn er wellicht meer gemeenten of hergebruikers die er hun voordeel mee kunnen doen.

De financiering voor een dergelijke plugin is op te brengen door de hergebruiker. Dit is onderdeel van zijn businesscase. Als hij een rendabele app gaat bouwen op basis van data die nog is opgesloten in een bedrijfssysteem, is het ontwikkelen van een plugin die de data ‘vrij maakt’ deel van zijn investering.

3. Sluit aan bij bestaande trajecten voor standaardisering

De derde manier om Open Data volgens een standaard beschikbaar te stellen is door aan te sluiten bij bestaande trajecten om te komen tot standaardisering van data. Een standaard voldoet misschien niet aan de eisen van de hergebruiker, maar het vergroot de kans dat hij er wél iets mee kan. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is StUF. Dit staat voor Standaard Uitwisselings Formaat. Het is een op .xml gebaseerde standaard voor het uitwisselen van gegevens. Daarom is deze standaard geschikt voor het beschikbaar stellen van data als Open Data.

“StUF is de ketenstandaard voor de uitwisseling en bevraging van basisgegevens die behoren tot een aantal wettelijk vastgestelde basisregistraties, voor uitwisseling en bevraging van zaakgegevens die behoren tot de producten- en dienstenportfolio van gemeenten en voor het uitwisselen van domein- of sectorspecifieke gegevens waarin ook basis- en/of zaakgegevens voorkomen en waarvoor geen andere (inter)nationale (XML-gebaseerde) berichtenstandaard is vastgesteld.” (Via NOiV.)

StUF is primair gericht op het uitwisselen van berichten binnen en tussen overheidsorganisaties. Hoewel het nog niet altijd gebeurt, zijn overheidsorganisaties verplicht deze standaard te gebruiken. Wanneer zij deze standaard niet gebruiken, zijn zij verplicht om uit te leggen waarom zij dat niet doen.

Het besluit StUF te gebruiken hangt voor gemeenten vaak samen met het selecteren van nieuwe software. (Zie punt 1.) Dit is niet altijd het geval. Daarom hoeft een gemeente niet altijd te wachten op de aanschaf van een nieuw pakket om gesloten data open te maken. Het kan ook eerder als er trajecten lopen om systemen ‘StUF-compatible’ te maken.

Wrap-up

In wezen is het format waarin gemeenten data beschikbaar stellen niet belangrijk. Als een gemeente dat wél belangrijk vindt kan zij besluiten eerst de data in het juiste format te zetten. Met deze blog heb ik laten zien welke routes een gemeente kan kiezen als zij hiervoor kiest. Namelijk:

  1. door het als eis op te nemen bij pakketselecties;
  2. door hergebruikers een plugin te laten bouwen en / of;
  3. door aan te sluiten bij bestaande trajecten om te komen tot standaardisering.

Dit zijn de drie routes die we tijdens de Data Hunt van 15 september hebben besproken met de gemeente Den Haag.

Wat vind jij van deze routes? Zijn er nog andere manieren om tot een gewenst format te komen? Ik lees je reactie graag hieronder!